Dyslexie op school

In Nederland zijn er regels opgesteld over dyslexie op school. Wat regelt de school zodat kinderen met dyslexie goed mee kunnen komen?

Voor kinderen met dyslexie zijn op de meeste scholen aangepaste voorzieningen. Welke voorzieningen er precies zijn, hangt af van de soort school en of het kind in de onderbouw of de bovenbouw zit. Om kinderen met dyslexie te helpen, kunnen allerlei hulpmiddelen en aanpakken toegepast worden. Welke hulpmiddel of aanpak het meest effect heeft, verschilt per kind.

Aanpassingen aan de tekst

Soms helpt het voor kinderen met dyslexie als er aanpassingen worden gedaan aan de lay-out van de tekst. Zo kan het helpen als een tekst op een geel getint papier wordt geprint, in plaats van zwarte letters op een wit papier. In veel gevallen kan ook het lettertype of de lettergrootte aangepast worden.

Scholen kunnen gebruikmaken van een zogenaamd ‘dyslexie font’. Dit is een aangepast lettertype, speciaal ontwikkeld voor kinderen met dyslexie. Het leest rustiger, doordat iedere letter uniek is. De letters lijken op deze manier niet zoveel op elkaar. Het kan ook helpen de tekst te vergroten en op A3 te printen. De lettertype en de papierkleur worden aangepast.

Een leesliniaal kan ook helpen. Door middel van kleur wordt de tekst prettiger om te lezen. De liniaal schermt bovendien andere gedeelten van het tekst af. Dat helpt de ogen te concentreren op één woord, op letters of op een deel van het woord.

Of aanpassingen wenselijk zijn, verschilt per kind. Sommige kinderen willen geen uitzondering en willen gewoon leren lezen als ieder ander kind. Er zijn ook kinderen die aanpassingen niet prettig vinden. Deze kinderen krijgen een gewoon papier met gewone letters op een gewoon lettertype.

Een spiekboekje

Het onthouden en toepassen van spellingregels wordt door veel kinderen met dyslexie moeilijk gevonden. Daarom kan een spellingspiekboekje bij dyslexie helpen. Dit zijn kant en klare boekjes waarin de meest voorkomende spellingregels staan. De juf of meester kan ook werken met een schriftje waarin een kopie van een spellingsregel uit het lesboekje staat. Kinderen kunnen er dan zelf regels en voorbeeldwoorden bij schrijven. Daardoor heeft het kind dezelfde uitleg als in de les.

Automatiseren bij rekenen

Vaak hebben kinderen met dyslexie ook moeite met rekenen. Zeker als het gaat om verhaaltjessommen. Automatiseren gaat niet vanzelf. In groep 4,5 en 6 wordt geprobeerd de tafels en de automatisering van plus- en minsommen zoveel mogelijk te oefenen. Dyslectische kinderen hebben vaak moeite met de uitleg hiervan.

Het kan helpen een tafelkaart te gebruiken. Zeker in de bovenbouw wordt een dergelijke kaart vaak ingezet. Leerlingen kunnen daarmee een beetje spieken, maar het helpt bij het onthouden en het toepassen.

Een vreemde taal leren

Vreemde talen zijn voor dyslectische kinderen vaak extra moeilijk. Zeker bij het leren van het Engels lopen kinderen nog weleens tegen moeilijkheden aan. De belangrijkste doelen voor het vak Engels in het basisonderwijs bestaan uit het Engels spreken en luisteren. De schrijfwijze is geen doel op zich, maar leerkrachten vinden het wel belangrijk dat dit goed wordt aangeleerd.

Bij Engels wordt wel eens gekozen voor een iets soepelere normering. Alles wat fonetisch klopt, wordt goed gerekend. Maar leerkrachten markeren vaak wel de fout geschreven woorden om kinderen bewust te maken van hun spelling. Zo weten ze dat de spelling niet klopt, maar het antwoord wel juist is.

Overige aanpassingen

Voor kinderen met dyslexie kunnen op school nog een aantal andere aanpassingen worden gemaakt. Zeker voor vakken waarbij spelling niet het belangrijkst is. Een aantal voorbeelden

Dyslexie en niet-taalvakken

Dyslexie kan problemen opleveren voor allerlei vakken. Ook vakken waarbij de focus niet op taal ligt, kunnen als moeilijk worden ervaren. Denk bijvoorbeeld aan aardrijkskunde en geschiedenis, waarbij het belangrijk is de naam van een plaats of een gebeurtenis goed te spellen. Scholen maken vaak uitzonderingen voor kinderen met dyslexie: een toets wordt dan fonetisch beoordeeld.

Bij een topografietoets kijkt de leerkracht dus niet naar de juiste spelling van de stad, maar of deze bij benadering klopt. In de praktijk blijkt dat de meeste leerkrachten bij andere leerlingen ook relatief soepel aangaan om de spelling.

Aanpassingen aan de Cito toets

Kinderen met dyslexie kunnen op school gebruik maken van aangepaste versies van de Cito LVS toetsen. Dit zijn bijvoorbeeld ingesproken versies van een toets, of vergrote versies. Cito staat verschillende aanpassingen toe, zoals meer tijd geven om de toets te maken of het afnemen van de toets in meerdere delen.

Cito staat vaak ook toe om de teksten te vergroten van A4 naar A3. Een toets mag ook op een lager niveau worden afgenomen dan de standaard toets van het afnamemoment. Dit noemen we ‘toetsen op maat.’