Ouders waarvan de kinderen met dyslexie zijn gediagnosticeerd, hebben vaak veel vragen. Ze denken meteen dat er volop geoefend moet worden. Maar hoe pak je dat aan? En heeft dat eigenlijk wel nut? Het Steunpunt heeft een aantal tips die je thuis kunt doen met je kind.
Meestal volgt er na een dyslexieonderzoek ook een behandeltraject. Dat gebeurt meestal in de zin van dyslexie training. Het is een intensieve wekelijkse training die ook extra huiswerk en leeswerk met zich meebrengt. Ouders willen vaak nog iets extra doen, dus kiezen ze nog een boek voor het kind. Eigenlijk is dat niet nodig. Te weinig lezen is niet goed, maar te veel lezen ook niet. Het kan namelijk al snel te veel worden voor een dyslectisch kind.
Daarom is het nuttig om met de behandelaar van de training te overleggen. Wat geeft hij of zij mee aan huiswerk en moet er nog extra gelezen worden? Soms hebben kinderen ook ‘gewoon’ even rust nodig. Probeer wel in te zetten op het lezen, maar dan vooral in het leesplezier. Veel kinderen vinden lezen niet leuk of niet interessant, omdat ze er moeite mee hebben.
Het is een goed idee eens te zoeken naar andere boeken dan leesboeken. Zo blijkt bijvoorbeeld dat stripboeken heel nuttig kunnen zijn bij het bevorderen van het leesenthousiasme. Ook gedichten en informatieve boeken kunnen interessant zijn. Je kunt natuurlijk ook op zoek gaan naar online spelletjes.
Tegenwoordig kunnen ouders op steeds meer websites luisterboeken vinden. Dit kan een interessante methode zijn om het lezen te bevorderen. Bij een luisterboek hoeft het kind zelf niet te lezen. Dan is de vraag: ‘Wat schieten we daarmee op?’ Het doel wat daarmee wordt behaald, is dat kinderen ontdekken dat verhalen leuk zijn. Door te focussen op de verhaallijn in plaats van het lezen zelf, merkt het kind dat er allerlei spannende dingen gebeuren in een verhaal. De zin tot lezen kan daarmee aangewakkerd worden.
Veel ouders maken zich druk om de dyslexie van hun kind(eren). Ze gaan tot in den treure stampen met spelling en woordjes. Dat is nergens voor nodig. Bij de dyslexietraining wordt al intensief geoefend en vaak krijgen kinderen wat huiswerk mee. De hoeveelheid huiswerk is afgestemd op de belastbaarheid van kinderen.
Probeer het oefenen met spelling juist leuk te maken. Werk niet te veel met een schoolse setting (continu overhoren, stampen, lezen), maar juist in een speelse setting. Speel online spelletjes rondom spelling en taal, zo kun je spelling oefenen bij Squla. Het is een goed idee om met de leerkracht op school te overleggen. Het is namelijk heel zinnig om spelletjes te spelen die gaan over de spellingsregels die op dat moment in de klas behandeld worden.
De spellingsregels van de Nederlandse taal worden vaak moeilijk gevonden. In de handleiding van de leerkracht staat een overzicht van spellingsregels die dit jaar behandeld moeten worden. Zorg ervoor dat de dyslexiebehandelaar hier een kopietje van krijgt, zodat overal op dezelfde regel wordt ingezet.
Er zijn ook allerlei spellingsmethodes die zijn afgestemd op kinderen met dyslexie. Het zijn geen werkboeken, maar leuke games en nuttige quizzen. Zo leert je kind spelenderwijs de spellingregels.
Doe eens iets anders dan lezen en oefenen. Daag je kind uit tot een wedstrijdje touwtjespringen. Of voer een andere motorische activiteit uit. Daarmee oefen je indirect. Je traint hiermee namelijk de samenwerking van meerdere gebieden in de hersenen. Door motorische oefeningen uit te voeren, worden verschillende verbindingen tussen de hersengebieden geactiveerd.
Bij het leren lezen is deze samenwerking tussen de verschillende hersenhelften cruciaal. Door ze te trainen ontstaan er goede en snelle verbindingen in de hersenen. Deze zijn nodig voor het leesproces.
Vaak zijn kinderen met dyslexie meer beelddenkers dan woorddenkers. Ze zijn visueel ingesteld. Zo blijkt dat kinderen met dyslexie vaak ook een goed ruimtelijk inzicht hebben. Je kunt hier gebruik van maken door letters te maken met bijvoorbeeld Lego of Knexx. Maak buiten letters in het zand, of maak binnen letters van klei.
Door op een creatieve manier te oefenen groeit het zelfvertrouwen. De focus komt namelijk niet te liggen op de stress van het niet kunnen lezen, maar op plezier en vermaak.
Dyslexiebehandelaren menen dat er ook een psychisch component aan de problematiek zit. Daarom leggen behandelaren uit wat het hebben van dyslexie nu precies inhoudt. Vanaf groep 5 en 6 is het voor behandelaren vaak mogelijk om zo goed mogelijk uit te leggen wat dyslexie is. Er zijn ook allerlei boeken over dyslexie om (samen) te lezen. Een goed voorbeeld hiervan is de Dyslexiesurvivalgids.
Leg uit dat je je niet hoeft te schamen voor dyslexie. Kinderen met dyslexie zijn niet anders dan andere kinderen. En trouwens, er zijn best wat beroemde mensen die dyslexie hebben en ook hun dromen hebben verwezenlijkt. Denk maar aan Leonardo Da Vinci, Steven Spielberg, Albert Einstein en Robbie Williams.